Kratom

Kratom, botanisch bekend als Mitragyna speciosa, is een tropische boom uit de koffiefamilie (Rubiaceae) en groeit van nature in de diepe regenwouden van Zuidoost-Azië, vooral in Thailand, Maleisië, Indonesië (Borneo) en Papoea. De plant werd in de 19e eeuw voor het eerst officieel beschreven door de Nederlandse botanicus Pieter Willem Korthals, die werkzaam was voor de Oost-Indische Compagnie.

Wat Kratom uniek maakt, is het complexe profiel van alkaloïden in de bladeren, met als twee belangrijkste werkzame stoffen mitragynine en 7-hydroxymitragynine. Deze verbindingen interageren met de opioïde receptoren in het lichaam, maar op een geheel natuurlijke, plantaardige manier.

De werkzame stoffen in Kratom bootsen gedeeltelijk de werking na van lichaamseigen stoffen die invloed hebben op pijnbeleving, stemming en energie. Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat:
– Mitragynine in lage dosering stimulerend werkt, vergelijkbaar met koffie of cafeïne, maar zonder de nervositeit
– In hogere dosering het juist een kalmerend, ontspannend en pijnstillend effect kan hebben
– 7-hydroxymitragynine een veel krachtiger alkaloïde is die bijdraagt aan euforie, stressverlaging en pijnverlichting
– Kratom ook invloed heeft op dopaminereceptoren, wat de positieve stemming en motivatie verklaart die veel gebruikers ervaren

Inheemse volkeren gebruiken Kratom al eeuwenlang als:
– Energiebooster bij fysieke arbeid
– Traditioneel kruid tegen pijn of koorts
– Natuurlijke ondersteuning bij vermoeidheid en stemmingswisselingen
– Kalmerend middel bij sociale en spirituele rituelen
– Boeren en vissers in Thailand kauwen van oudsher op de bladeren om uithoudingsvermogen, focus en innerlijke rust te bevorderen tijdens lange werkdagen.

Kratom bevat meer dan 40 verschillende alkaloïden, waarvan de belangrijkste:
– Mitragynine
– 7-Hydroxymitragynine
– Paynantheine
– Speciogynine
– Corynantheidine